Terug naar kennisbank

Tips hoe om te gaan met diverse casussen in de praktijk

Een gesprek met de patiënt loopt lang niet altijd zoals je had verwacht. Doordat de netwerkintake een meer vrije opzet heeft, laat je ook meer onzekerheid toe en dat doen vergt lef!

Wat als … iemand niets wil zeggen?

Niet alle patiënten zitten te wachten op een gesprek met een professional. Zeker als iemand niet vrijwillig in zorg is of als hij/zij de situatie (nog) niet vertrouwd. We merken dat door het tekenen je juist mensen die niet zo willen vertellen toch kunt verleiden om actiever aan het gesprek deel te nemen. Door te noemen dat je tekent, willen ze vaak toch wel zien wat je noteert en door te vragen of je het goed ziet nodig je uit om te corrigeren en te bevestigen. Ook als je bijvoorbeeld in het gesprek dan maar het gesprek aangaat met een naaste, zie je vaak dat gaandeweg een patiënt toch ook zijn beeld gaat delen/danwel een beeld gaat corrigeren. Wat ook kan helpen is iemand zelf de stift aanbieden om mee te tekenen, en zelf de woorden te kiezen. Zoals ook in gewone gesprekken kun je natuurlijk benoemen dat samenwerking van belang is voor het traject.

Wat als … je tekening een rommeltje wordt?

Vooropgesteld gaat het niet om de tekenkunsten en zijn hulpverleners vaak kritischer op hun tekening dan de patiënten. Zij identificeren zich vaak ook/vooral in een rommelige tekening. Ook zien we dat het tekenen ook enige oefening vraagt en hoe vaker je het doet hoe meer je een werkende modus vindt. Het kan ook helpen degene met een duidelijk handschrift te laten tekenen of de patiënt zelf. Ten slotte helpt om je niet laten verleiden om direct mee te schrijven maar bij een thema even te vragen welke tekst er op de flap moet komen, voordeel is dat je dan ook gelijk checkt of je interpretatie klopt en dat je onnodige informatie vermijdt.

Wat als … er geen plussen zijn in iemands leven?

Als er in een tekening helemaal geen plussen zijn, dus positieve of helpende thema’s kan dat pijnlijk zijn. Hier toch even samen bij stilstaan en bijvoorbeeld benoemen kan al helpen. “Tjeetje, ik zie eigenlijk helemaal heen plussen, klopt dat of missen we misschien iets wat je wel fijn vindt?” Je kunt dan ook vragen of er vanuit het verleden hobby’s, vrienden, tijdsverdrijf was die energie gaven die wellicht weer nieuw leven kunnen worden ingeblazen.

Wat als … je eigenlijk zelf ook nog specifieke vragen hebt die je wilt checken?

Als er informatie is die noodzakelijk is uit te vragen, bijvoorbeeld over veiligheid is ons advies die aan het eind te stellen, mits die informatie in het gesprek nog niet aan de orde is geweest. Probeer in je hoofd te houden dat je een netwerkintake doet omdat je benieuwd bent naar het verhaal van de ander en de informatie die hij/zij jou gaat geven. Je intentie is niet om jouw vragen beantwoord te krijgen. Als dit eigenlijk wel is wat je wilt bijvoorbeeld omdat je op basis van een aantal vragen concludeert of iemand bij jullie wel of niet op zijn plek is dan is de netwerkintake wellicht niet de meest passende gespreksvorm.

Wat als … je niet zeker weet of je wel volledig bent?

In feite weet je nooit zeker of je volledig bent, de netwerkintake rust er ook op dat we met de meer traditionele intakes ook thema’s missen (vaak die minder tot het medisch domein behoren). Het doel is ook niet om volledig te zijn, wel probeer je een breed beeld te krijgen van de situatie. Dit doe je onder meer door te vragen of het plaatje compleet is en of er nog zaken missen. Maar ook als er in latere contacten nog onderwerpen oppoppen, kun de tekening later in de tijd altijd nog aanvullen. Iedere professional zal ook kennen dat bij het afscheid er ‘ineens’ nog belangrijke thema’s genoemd worden. Je kunt die dan alsnog noemen en er in een vervolggesprek over verder spreken. Het doel van de netwerkintake is ook niet om volledige diagnostiek te bedrijven, dat kan een van de vervolgacties zijn. Als er informatie is die noodzakelijk is uit te vragen, bijvoorbeeld over veiligheid is ons advies die aan het eind te stellen, mits die informatie in het gesprek nog niet aan de orde is geweest.

Wat als … iemand erg chaotisch is in zijn verhaal?

Als iemand erg van de hak op de tak gaat kan het tekenen je helpen om te structureren. Je laat iemand zien zijn verhaal te horen door het thema te noteren en dit geeft vaak al enige rust. Je kunt ook steeds de vraag stellen of iets op het papier moet komen of dat dat niet nodig is om details en hoofdlijnen te bewaken. Soms is de chaos juist ook onderdeel van iemands verhaal, je kunt dat ook benoemen. Als iemand te rijk gaat associeren en geleiding niet lukt, kun je ook besluiten om voor nu even te stoppen met de netwerkintake aanpak en te doen wat op dat moment noodzakelijk is en op een ander moment als er meer rust is het gesprek voortzetten. 

Wat als … iemand komt met een heel concrete hulpvraag en geen behoefte heeft aan een brede inventarisatie?

Sommige patiënten komen met een heel concrete hulpvraag binnen en willen van jou als professional daar een antwoord op. Het nut van een brede inventarisatie zijn zij (of de naasten of jij als professional) dan niet altijd. 

Vervolgens kun je ook benoemen dat je als enkele hulpverlener ook niet voor alles in het leven een oplossing hebt. De tekening helpt je hierbij, bijvoorbeeld dat medicatie niet de oplossing is voor woonproblematiek of pesten op school. Dat is geen eerlijke verwachting en je kunt dan ook benoemen dat jullie nu gezamenlijk aan de slag gaan waar medewerking nodig is van iedereen en dat je wel kunt helpen om samen te werken aan herstel. Je kunt dit ook al bij de start van het gesprek of voorafgaand aan het gesprek in een informatiebrief.

Wat als … iemand boos/geagiteerd wordt als je vraagt naar wat hij/zij zelf kan doen?

“Ik ben nu juist hier omdat u mij gaat helpen”, dat kan de reactie zijn van patiënten en naasten die hun hoop hebben gericht op de hulp van de professional. Je dan realiseren dat iemand wellicht al maanden op hulp wacht en hiervoor compassie tonen is een van de dingen die je kunt doen. Vervolgens kun je ook benoemen dat je als enkele hulpverlener ook niet voor alles in het leven een oplossing hebt. De tekening helpt je hierbij, bijvoorbeeld dat medicatie niet de oplossing is voor woonproblematiek of pesten op school. Dat is geen eerlijke verwachting en je kunt dan ook benoemen dat jullie nu gezamenlijk aan de slag gaan waar medewerking nodig is van iedereen en dat je wel kunt helpen om samen te werken aan herstel. Je kunt dit ook al bij de start van het gesprek of voorafgaand aan het gesprek in een informatiebrief.

Wat als … iemand niets kan verzinnen om zelf te doen?

Voor sommige patiënten is het moeilijk om zelf te bedenken wat iemand wil en wat iemand daar zelf in kan doen of zou willen doen. Het advies om in die gevallen de stapjes zo klein en haalbaar mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: je minder eenzaam voelen is een groot doel, een eerste stap zou bijvoorbeeld kunnen zijn om iedere dag een rondje te lopen in de buurt en iemand goedemorgen wensen. 

Wat als … iemand helemaal geen netwerk heeft?

Soms blijken patiënten geen mensen meer om zich heen te hebben en er geen netwerk te bestaan. Dat kan een confronterende en verdrietige conclusie zijn. Dat erkennen kan al ruimte geven. Je kunt op zo’n moment vragen naar contacten uit het verleden en of er wellicht nog mogelijkheden zijn om relaties weer te herstellen en te bespreken wat daarvoor nodig zou zijn. Ook kan een ontbrekend netwerk een reden zijn om nieuwe contacten op te zoeken bijvoorbeeld door het ondernemen van activiteiten, herstelwerkplaatsen of (digitale) ontmoetingsplaatsen. Je kunt hier dan ook een doel en actie aan hangen.

Wat als  … je in het gesprek wilt splitsen, bijvoorbeeld bij kind en ouder/verzorger?

Bij intakes met kinderen en ouders/verzorgen gebeurt het regelmatig dat (een deel van ) het gesprek wordt gesplitst dus dat de ene hulpverlener met het kind spreekt en de andere met ouder/verzorger. Uitgangspunt is om de tekening mee te laten gaan met het kind en aan het eind een moment in te passen waarop onderwerpen uit het gesprek met ouder kunnen worden toegevoegd indien relevant voor het verhaal van de patiënt. In de praktijk zien we dat voor jonge kinderen (ongeveer jonger dan 8) het soms handig kan zijn de tekening in het gesprek met ouders verder vorm te geven en later aan te vullen met onderwerpen uit gesprek met kind.

Wat als … de patiënt wordt overruled door aanwezige naasten?

Het is meestal van meerwaarde als een patiënt met een naaste komt. Niet alleen omdat zij samen meer horen maar ook om het perspectief van de ander te horen en mee te nemen. Het kan gebeuren dat een naaste erg veel ruimte in komt en de patiënt zelf er amper tussen komt danwel dat ook wel prima vindt. Dit komt normaal natuurlijk ook al voor. In de netwerkintake kun je dat nog wat extra structuren door uit te leggen dat je hier primair het verhaal van de patiënt wilt tekenen en dat je per onderwerp vraagt of de naaste iets wil aanvullen en dat je aan het eind nog een volledigheidscheck zult doen. Je kunt dan thema’s die specifiek aangedragen worden door naasten bijvoorbeeld met een ander icoon/kleurtje of vormpje in overleg een plek geven in de tekening. Een andere optie is ook om tijdelijk te splitsen, de patiënt zelf te vragen om te tekenen of als een patiënt zelf weinig inbreng heeft steeds te toetsen of hij/zij zich kan vinden in wat eerder is gezegd en vragen hier zelf een woord voor te noemen om in de tekening te vermelden.

Wat als … de patiënt en naasten sterk verschillen van mening over een thema?

Het kan voorkomen dat aanwezigen verschillend denken over een thema. Bijvoorbeeld de jongere vindt zijn/haar social mediagebruik erg helpen (++), terwijl vader juist het idee heeft dat het social mediagebruik juist negatief is (-). In de tekening is in beginsel het oordeel van de patiënt zelf leidend, maar je kunt daar wel tussen haakjes of met een andere kleur de score van een naaste bijzetten om zichtbaar te maken dat er verschillen zijn als dit relevant is. Toets dit met je gesprekspartners. Dat het verschil van inzicht op tafel komt en besproken kan worden, is al winst op zich.